zondag 21 november 2010

Geen woorden voor...

Voor degenen die mijn blogs met enige regelmaat lezen, lijkt het misschien dat ik nooit om woorden verlegen zit. Er zijn inderdaad momenten waarop ik zoveel dingen wil zeggen, dat de woordenstroom in volle vaart uit mijn pen lijkt te vloeien, dat het precies op papier komt zoals ik het wil én bedoel en ik nooit naar woorden hoef te zoeken. Deze momenten zijn helaas (nog) schaars.

Want het tegendeel is waar. Er zijn redelijk vaak momenten, dat ik gewoon niet weet hoe ik iets op papier moet krijgen, dat het net is alsof er simpelweg niet genoeg letters in onze Nederlandse alfabet zijn, om te kunnen omschrijven wat ik voel, wat ik vind, wat ik wil zeggen. Dat ik vind dat, dat wat ik wil zeggen veel lekkerder “bekt” (excusez le mot) in een andere taal, in het Engels bijvoorbeeld (of Frans dus).

Hoe dichter het bij me komt, het onderwerp waar ik iets over wil zeggen of schrijven, en hoe meer het me raakt, des te moeilijker vind ik het om er iets over te zeggen. Ik ga op slot. Dat is lastig als ik iets wil delen, waarvan ik weet dat anderen daar misschien iets aan kunnen hebben, waar ik anderen misschien mee zou kunnen helpen. Mezelf kwetsbaar en open opstellen zoals ik tegenwoordig in mijn blogs doe, is echt iets van de laatste tijd. Ik ben van nature vrij gesloten (een echte schorpioen-eigenschap). Het is dus sowieso iets waar ik nog best wel moeite voor moet doen, het komt niet vanzelf. Maar ik heb wel heel sterk het gevoel dat dat is, wat ik hoor te doen. En dus heb ik er ook voor gekozen om op die manier te bloggen, ook al is dat best wennen voor mensen in mijn omgeving die zich af zullen vragen of het nu echt nodig is om mijn hele “hebben en houwen” op internet te zetten. Ik weet echter dat daar mijn kracht ligt, en ik weet dat ik daar mensen mee kan helpen. En al kan ik maar voor één iemand steun bieden, dan is het al de moeite waard geweest.

Iets op papier zetten is dus één ding. Gelukkig heb ik dan nog even de tijd om op zoek te gaan naar een mix van letters, woorden en zinnen die onder woorden kunnen brengen wat ik wil zeggen. Waar het pas écht lastig wordt, is als ik over mijn gevoel moet (of liever gezegd: wil) praten. Als ik de persoon tegenover wie ik zit of sta, wil laten weten wat ik voel. Dat ik met hem of haar meeleef.

Het afgelopen halfjaar ben ik heel vaak in gedachten bij mensen om wie ik veel geef, die belangrijk voor me zijn. Deze lieve mensen hebben tijdens de zomer verschrikkelijk nieuws te horen gekregen en maken een onvoorstelbaar moeilijke periode in hun leven door. Ik heb al zo vaak gedacht om even op te bellen, om te vragen hoe het gaat, maar het blijft bij eraan denken. Een enorme baksteen op mijn hart houdt me tegen. Wat kan ik in hemelsnaam zeggen dat deze pijn ook maar iets kan verzachten? Dat ik me kan voorstellen hoe moeilijk ze het hebben? Hoe zou ik me dat nu kunnen voorstellen? Als het jezelf niet overkomt. De onzekerheid, de angst, het verdriet, de woede, het onbegrip, het onrecht, de leegte… Als ik dit alles al voel, terwijl het verder van me af staat, hoe zullen de mensen die het direct raakt zich dan voelen? Ik denk dat het onmogelijk is om me daar een voorstelling van te maken, en dus kom ik tot de conclusie dat er niets te zeggen valt…

…en tegelijkertijd wil ik juist zoveel zeggen! Eerder deze week was ik bij deze lieverds. Eerlijk gezegd, had ik er redelijk tegenop gezien. Ik ben namelijk niet zo’n held als het om dit soort zaken gaat. Ik moet bekennen dat ik al mee huil als Derek in Grey’s Anatomy wordt neergeschoten, Willem-Alexander en Máxima elkaar op het balkon van het Paleis op de Dam zoenen of als Wendy/ Natascha voor “Hart in Actie” op pad gaan om de medemens te helpen. Ik heb het van niemand vreemd, ik ben nou eenmaal een jankerd, een ongelooflijke softie. Ik was bang dat het bezoek beladen zou zijn, was bang ook dat ik iets verkeerds zou zeggen, was bang voor de stiltes, was bang dat ik me niet groot zou kunnen houden. Want als er iemand in tranen zou schieten, zou ik ongetwijfeld meegaan. Zien huilen, doet huilen. Maar het was lang niet zo beladen als ik had gedacht, het was haast vredig of rustig (tja,… ook daar kan ik geen woord voor vinden om het te omschrijven). Er werd gelachen, er waren gesprekken zoals je die normaal gesproken ook zou voeren. Het was niet zo zwaar als ik gedacht had. Verwacht had.

En toch,… toch was er die stilte. Mijn stilte. Mijn tekort aan woorden, mijn gebrek aan daden. De tranen kwamen uiteindelijk toch. In de auto, terug naar huis. Wat was ik kwaad op mezelf. Boos dat ik het zo moeilijk vond iets te zeggen, woorden van troost, van medeleven. Boos dat ik niet gewoon even een dikke knuffel gaf, iemand in mijn armen nam. Boos dat ik niet in staat ben om over mijn angst heen te stappen, die angst om fouten te maken, die angst om iets verkeerds te zeggen en gewoon even op te bellen. Juist op dit soort momenten als ik zoveel zou willen doen, zoveel zou willen zeggen, ben ik juist het meest gesloten. Teruggetrokken. In gedachten verzonken. Alleen met mijn verdriet. En heb ik er gewoon even geen woorden voor…

zondag 7 november 2010

Work-in-progress: zelfbeeld

Nee, natuurlijk had ik niet gedacht dat ik er nu al was. Het nieuwe pakketje uitpakken, en voilá, de nieuwe Sandy op een presenteerblaadje: nieuw innerlijk, nieuw uiterlijk! Zo gaat dat natuurlijk niet. I know! Het blijft work-in-progress zullen we maar zeggen. Dat er veel veranderd én verbeterd is, daar valt wat mij betreft echt niet over te discussiëren. Maar het leven blijft een lijn met pieken en dalen. Een rivier met versnellingen, maar ook met wervelingen en draaikolkjes.

En ik was in zo’n stroomversnelling terecht gekomen, dreigde meegezogen te worden in zo’n – mij zeer bekend – draaikolkje. Dat is ook niet verwonderlijk. Er is ook veel gebeurd het laatste half jaar. Door mijn leerproces van de afgelopen jaren ben ik beter in staat die aanstaande werveling in het water te signaleren en weet ik dat het even tijd wordt om nu op de kant te klauteren en op adem te komen. Laat de rivier maar heel even verder gaan zonder mij, ik stap er snel genoeg weer in. En dan laat ik me weer meevoeren in de flow van die prachtige, druk bruisende en borrelende waterstroom vol levensenergie. Maar voor nu verkies ik even de kant, het ondiepe, waar ik gewoon kan staan en ik niet al watertrappelend moeite hoef te doen om mijn hoofd boven water te houden. Vanaf waar ik me nu bevind heb ik goed zicht op waar ik vandaan kom, waar ik het water ingegaan ben, waar de versnelling begon, welke richting ik heb gekozen en welke afslagen ik aan me voorbij heb laten gaan. En als ik de andere kant op kijk kan ik goed zien waar die rivier naartoe gaat, wat er voor me ligt. In de verte echter, zie ik ook veel bomen op het pad van de rivier waardoor het verdere loop van het water aan mijn oog onttrokken wordt. Tja, er liggen nog veel verrassingen in het vooruitzicht.

Het is goed dat ik me even naar de kant begeven heb. Ik ben namelijk best moe. Moe van wat er allemaal met me gebeurd is: alle emoties van de afgelopen tijd, alle ideeën die er door mijn hoofd gaan, de belangrijke keuzes die ik heb gemaakt en die ik nog zal moeten maken, de vele leuke inspirerende mensen die ik ontmoet heb en die me aan het denken gezet hebben, de leuke workshops en trainingen die ik sinds de zomer gevolgd heb, de (negatieve) energieën van anderen in mijn omgeving waarvoor ik me steeds slechter weet af te sluiten, de pijn in mijn rug die me nu al maanden teistert, de innerlijke strijd tussen alle verschillende Sandy’s, het vinden van een balans tussen wat ik “moet” doen (omdat het goed is voor mijzelf) en tegelijkertijd goed willen doen voor de mensen in mijn omgeving wie het zal raken, het proces van loslaten en afscheid nemen… pfff, de waslijst is oneindig. Geen wonder dat ik er even doorheen zit.

Het zat er dus wel al aan te komen… ik heb deze week diverse reacties gehoord in de trant van “geen wonder”, “ik had het eigenlijk al eerder verwacht” en “ik denk dat het even tijd is voor rust”. Maar wat me misschien wel het meest geraakt heeft deze week en waarvan ik ook wel geschrok-ken ben, is dat er nog wel het een en ander te sleutelen valt aan mijn zelfbeeld. Bij nader inzien eigenlijk helemaal geen verrassing,… het was te verwachten, toch? Want zo’n zelfbeeld wat 32 jaar nodig heeft gehad om zich te vormen, is écht niet van de één of de andere dag 180 graden om. Maar ik zat zo lekker op mijn roze wolk dat ik het idee had dat ik daar gewoon niet af te branden was, dat niet me nog kon deren. Ik voelde me daar heerlijk, was het zelfs al een beetje aan het inrichten: lekkere kussens, warme kaarsjes, leuke foto’s aan de muur. Maar de roze wolk is opgelost, ik ben er door heen gezakt, terug op de grond en wel “flat-on-my-face”.

En waardoor is dat zelfbeeld dan ineens weer zo actueel, zo’n issue? Door foto’s die ik afgelopen week van mezelf onder ogen kreeg. Recente foto’s, foto’s die de dag ervoor door een fantastische fotografe gemaakt waren in kleding die speciaal voor me uitgezocht was door een prachtige styliste.

Ik was door Marjolein Bos van Stijlmagazine (www.stijlmagazine.nl) uitgenodigd voor de 1=3 fotoshoot voor de november editie van haar inspirerende online magazine (ken je het nog niet? Meld je aan via de link, zodat je maandelijks kunt genieten van al het moois in dit blad!).

Een paar weken geleden kondigde zij me aan als het model voor de volgende maand: “mooi vol en trots op haar rondingen”. Op dat moment was ik dat ook,… TROTS! Trots op wat ik al bereikt heb, de enorme persoonlijke groei die ik de laatste jaren doorgemaakt heb. Trots op de 17 kilo die ik sinds deze zomer kwijt ben, en nog trotser op de – in totaal – 57 kilo die ik al verloren ben. Trots dat ik – ondanks alle dipjes (nou ja, sommige wat groter dan andere) – altijd door ben gegaan, dat ik het er nooit bij heb laten zitten, dat ik bijna continu aan mezelf ben blijven werken.

Ik voel me al zoveel beter, maar mijn lichaam beschouw ik eerlijk gezegd nog steeds als mijn ergste vijand. De fotoshoot, hoe leuk ook, was écht ruim 2 uur uit-mijn-comfortzone. Toch had ik er heel bewust voor gekozen om deze shoot te doen. Niet geheel onbelangrijk, was ik uiteraard heel be-nieuwd wat voor kleding Marjolein, als styliste, voor mij uit zou kiezen. Mijn kast hangt momenteel vol met kleding die me te groot is. Maandelijks shop ik wat basics bij elkaar die ik goed kan combineren, zodat ik niet al te veel geld hoef uit te geven in de periode dat ik in zo’n tussenmaat zit. Want er breekt een nieuw tijdperk voor me aan, een tijdperk waarin ik weer in de “gewone” winkel kleding zal kunnen kopen, zij het nog steeds één van de grotere maten, maar toch! Geen Ulla Popken, Hennes & Mauritz BB en Miss Etam Plus meer voor mij.

Maar ik ging ook graag op de uitnodiging van Marjolein in, om een aantal mooie foto’s van mezelf (de laatste versie van Sandy) in VOL ornaat, aan de muur te hebben. Ik had tijdens de NLP Practitioner opleiding al voor de camera van Spiley fotografe (www.spiley.com) Petra van Vliet mogen staan en dat zij de foto’s zou maken stelde me gerust. Ik was namelijk superblij met de foto’s die zij in september van mij gemaakt had. Ik kon toen zonder enige vorm van kritiek naar de Sandy op die foto’s kijken. Ik vond ze prachtig, ik vond mezelf prachtig! En niet alleen die van mijzelf. Alle foto’s die Petra die dag had gemaakt waren buitengewoon mooi. Iedereen straalde, iedereen keek helder uit zijn of haar ogen. Mijn kritische oog was verdwenen. Ik had geen kritiek, ik had geen commentaar, ik zag geen verbeterpunten: ik zag alleen maar 12 (ja, Robbert, tel maar na!) mooie mensen! Wat een geschenk om eindelijk niet meer als vanzelf te oordelen op wat er (vanuit mijn wereldbeeld) “fout” is of niet zou kloppen, maar om me te kunnen concentreren op het mooie, het prachtige, het unieke van ieder mens.

Ik heb dat een tijd lang vastgehouden. Zag alleen maar mooie mensen om me heen. Zag alleen maar mooie Sandy’s als ik ’s ochtends in de spiegel keek. Ik moet daar wel een kleine aantekening maken: die Sandy’s hebben wel altijd kleding aan, of bekijken alleen hun gezicht in de badkamerspiegel. Die Sandy’s zijn blij met hoe ze er uit zien. Zodra de kleren uit zijn, is het echter een ander verhaal. Dan komt kritische Sandy even een kijkje nemen en fluistert ze in mijn oor: “Het hangt wel allemaal, hè?” of “Je zit lekker ruim in je vel, tante!”. Of deze dan, die doet het ook altijd goed: “Niet echt strak hè, je lijkt wel een plumpudding!”.

Kritische Sandy was ook bij de fotoshoot aanwezig vorige week. Van te voren wees ze me er al op dat de kans groot was dat die shoot helemaal niet door zou gaan. De kleding die Marjolein voor me zou hebben, zou vast en zeker te klein zijn. En zo ging ik al redelijk nerveus van huis. Met kritische Sandy op mijn schouder.

De kleren pasten, natuurlijk! Ik had mijn maten toch opgegeven? Ik had toch net 2 broeken in maat 46 gekocht, weer een maat kleiner dan de maand ervoor. Waarom zouden de kleren die Marjolein gekozen had dan niet passen? Duh! En zo was ik in staat om kritische Sandy buiten de deur te zetten, en te genieten van de aandacht, van het goede gezelschap en de warme sfeer die Marjolein en Petra creëerden. Maar die knoop in mijn maag bleef. Zouden deze foto’s wel magazine-waardig zijn? Straks zou Marjolein nog snel op zoek moeten naar een ander model, voor een nieuwe shoot voor de uitgave van deze maand.

Dezelfde avond ontving ik al per e-mail een selectie foto’s van Petra. En waar ze zo snel weer vandaan kwam, geen flauw idee,… maar daar was kritische Sandy weer, over mijn schouder meekijkend naar de diavoorstelling van de fotoshoot. Er nu met een neutrale blik naar kijken was onmogelijk. Kritische Sandy had de overhand genomen en kwam met een stortvloed aan commentaar, op- en aanmerkingen en haar welgemeende kritiek.

Twijfel sloeg weer toe. Waar was ik in hemelsnaam aan begonnen? Was dit wat ik wilde bereiken met deze shoot? Nee, natuurlijk niet! Dus waarom wilde ik aan deze shoot meewerken? Ik wilde dit doen omdat ik aan de wereld wil laten zien dat ik met recht trots ben op wat ik al bereikt hebt: van maat 62 naar maat 46! Ik wilde laten zien dat ik wellicht, net als het gros van de bevolking, niet voldoe aan het door de modewereld en de media gepromote schoonheidsideaal, maar dat dat nog niet betekent dat ik dan ook lelijk ben. Of dat jij lelijk bent! Ik wilde laten zien dat ik mooi ben, alle facetten van Sandy, niet alleen mijn gezicht, gewoon alles, van top tot teen. En het belangrijkste: dat ik heel hard werk aan het verbeteren van mijn zelfbeeld. Dat dat misschien nog niet zo makkelijk is, spreekt voor zich, maar ik wil de wereld zo graag laten weten dat zoiets wel degelijk mogelijk is! Als anderen het kunnen, dan kan ik het ook. En als ik het kan, dan betekent dat, dat jij het ook kunt. Wij zijn allemaal zo uniek, hebben allen zoveel moois te bieden. Laten we ons alsjeblieft niet leiden door wat we op tv zien of in de bladen lezen, of door wat anderen ooit over ons of tegen ons gezegd hebben, laten we dat wat een enkeling vindt ook vooral niet als waarheid aannemen, en laten we onszelf met respect en liefde bekijken. Dat gun ik iedereen! En daar wordt iedereen, mijns inziens, beter van!

Lieve Petra en Marjolein, ik vertrouw op jullie deskundigheid. Beiden hebben jullie als missie om mensen te laten stralen en zich goed te laten voelen over zichzelf. De foto’s zijn prachtig geworden (daar zijn alle andere Sandy’s het over eens), en ik weet dat de mooiste en beste foto’s in het Stijlmagazine zullen belanden. Ik kijk er – in (gezonde) spanning – naar uit! Dank jullie wel voor een bijzondere middag, vol inzichten, vol liefde!

vrijdag 5 november 2010

“En wil de echte Sandy dan nu opstaan?”

Eerlijk is eerlijk, het moet voor de mensen om me heen best lastig zijn. Want wie is Sandy nu precies? Ik moet bekennen dat ik het op het moment zelf ook niet goed weet. En als ik zelf geen idee heb, hoe moet het dan voor de buitenwereld zijn? Soms lijkt het wel of ik zo’n “multiple-personality-disorder” heb, of gewoon in het Nederlands: ik denk dat ik meerdere persoonlijkheden heb. Zo voelt het in ieder geval.

Zo is er de positieve, vrolijke Sandy; een jong meisje, een kind nog, met een groot hart. Een nieuwsgierig meisje dat veel lacht, overal voor in is, zich graag laat horen, enthousiast en hartelijk is. Ze borrelt over van energie en staat te trappelen om verder op ontdekkingsreis te gaan. Ze is onvermoeibaar. Het is de Sandy van de ongekende mogelijkheden. Alles kan, alles is mogelijk. Maar ze is nog klein, fragiel en kwetsbaar. Zij is open, geeft zich bloot en ziet geen gevaar. Ze geeft zich compleet aan iedereen die haar voor zich weet te winnen. Ze is nog niet zo standvastig en is nog makkelijk uit het veld te slaan.

De laatste jaren heeft ‘pleasende’ Sandy de overhand gehad. Zij wil graag dat iedereen het naar het zin heeft. Ze is een kei in het bewaren van de lieve vrede. Ze houdt van gezelschap, van mensen om zich heen. Houdt er niet van om alleen te zijn. Ze is allergisch voor conflictsituaties en ruzies. Zij doet vaak dingen voor het groter belang (en dat blijkt vaak het belang van anderen te zijn). Om het leuk te hebben én te houden met al die mensen, is ze bereid om heel veel te slikken. Dit houdt bijvoorbeeld in dat ze haar mond houdt, niet precies zegt wat ze vindt, en soms zelfs dingen tegen haar wil doet. Ze betaalt hiervoor een hoge prijs, want ze kropt op deze manier veel emoties op: boosheid, verdriet, ergernis en irritatie. En ze laat bovendien haar mening achterwege zodat het niet duidelijk is voor al die mensen om haar heen wat er nou precies in haar omgaat, wat zij ervan vindt.

Maar er is ook de verlegen Sandy, eveneens een jong meisje. Deze versie van Sandy is een stuk terughoudender, en kijkt altijd eerst even de kat uit de boom. Met name wanneer ze zich tussen onbekenden bevindt. Ze stapt niet zomaar op iedereen af, peilt op een afstandje wat voor vlees ze in de kuip heeft, neemt veelal een afwachtende houding aan, en houdt zich op de vlakte. Zij is vaak in de buurt van bange Sandy te vinden. De Sandy die handelt uit angst, en daardoor steevast in haar comfortzone blijft, waar het veilig en vertrouwd is. Waar gezonde nieuwsgierigheid er bij de verlegen Sandy nog voor zorgt dat ze uiteindelijk toch op iemand afstapt en een praatje gaat maken (zij het met het lood in haar schoenen en zwetende handpalmen), heeft iets dergelijks totaal geen effect meer op de bange Sandy. Zij ziet overal gevaar, bedreigingen. Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg en steek vooral niet met je hoofd boven het maaiveld uit. Dit Sandy-exemplaar is vooral bang om gekwetst te worden, is bang dat iemand haar pijn doet. Zij is van mening dat niemand haar kan krenken, zolang ze gewoon binnen blijft, in haar schulp, achter haar muurtje.

Als tegenhangers van deze jongere persoonlijkheden zijn er de wat oudere types. Één van de meest aanwezige Sandy’s is toch zeker botte Sandy. Botte Sandy is groot en sterk, stoer en hard. Zij zorgt ervoor dat er niemand aan haar kleine alter ego’s komt. Botte Sandy manifesteert zich middels de zogenaamde “Überbitch” modus. Zij is precies het tegenovergestelde van ‘pleasende’ Sandy, de tegenhanger ervan. Erger nog, ze is waarschijnlijk eerder het product ervan. Alle opgekropte woede of het weggestopte verdriet van ‘pleasende’ Sandy komt via botte Sandy naar buiten. Botte, vaak onbeholpen Sandy weet zich geen houding te geven. Ze is ongenuanceerd en soms ongenadig hard. Zij kan de hoeveelheid aan emoties en gevoelens niet goed kanaliseren, niet doseren. Haar lontje is kort en een gigantische ontploffing is dan vaak onvermijdbaar. Haar emmertje is regelmatig te vol en stroomt dan – met de gevolgen van dien – over. En in het ergste geval wordt het echt zwart voor haar ogen.

Beschermende Sandy helpt de jongere persoonlijkheden met veel liefde. Deze oude wijze vrouw houdt zich voornamelijk bezig met het beschermen, helpen en bijstaan van alle andere Sandy’s. De jonge, positieve Sandy, die vaak zo ongeremd is, dat ze in haar enthousiasme over haar eigen grenzen gaat. Maar ook ‘pleasende’ Sandy, bij wie het juist vaak voorkomt, dat anderen over haar grenzen gaan, doordat zij niet goed in staat is haar grenzen aan te geven of erger nog, doordat zij zelf weigert haar grenzen aan de buitenwereld kenbaar te maken. Beschermende Sandy trapt dan, in beide gevallen, even op de rem. Zegt tegen haar jongere uitvoeringen dat ze het rustiger aan mogen doen, dat ze niet alles maar hoeven te doen, dat ze ook tijd voor zichzelf mogen nemen. Maar beschermende Sandy zorgt ook voor haar bange ik en haar verlegen zelf. Laat hen weten dat je bepaalde risico’s in het leven moet nemen. Dat je alleen maar kunt leren in dit leven door te doen, en dat de kans groot is dat je daarbij onderuit gaat, maar dat er ook een kans bestaat dat je geluk, hoop en liefde zult treffen op je pad. Dat het niet erg is om je af en toe terug te trekken, maar dat ze zoveel leuks missen als ze zich continu verbergen voor de grote “boze” wereld en zichzelf niet laten zien. En beschermende Sandy ontfermt zich ook over botte Sandy. Ze helpt haar te relativeren. Helpt haar dingen vanuit een andere invalshoek te zien. Helpt haar door haar hart te gebruiken in plaats van op te gaan in haar hoofd. Terug naar de basis te gaan, en te weten wat ze al weet. Rust, liefde en vrede.

Maar er zijn nog zoveel andere Sandy’s (de analytische, de kritische, de filosofische,…), misschien wel een dozijn in totaal. Waarschijnlijk zelfs wel veel meer. Ik ben van mening dat al deze alter ego’s mij maken tot wie ik ben. Ik ben de som van al die verschillende Sandy’s, van al die stukjes. Maar de verhoudingen zijn nu een beetje zoek. Alle Sandy’s laten zich gelden op dit moment, wellicht bang dat ik van één van hen voorgoed afscheid zal nemen. Ze merken dat ik met de verhoudingen aan het experimenteren ben. Dat ik wil dat verlegen Sandy zich minder vaak laat zien, dat botte Sandy een andere manier vindt om zich te uiten, dat ik heel graag verder wil met positieve Sandy. En alsof al dat geëxperimenteer nog niet lastig genoeg voor mezelf is (ik vind het knap vermoeiend in ieder geval), het is ook zeker niet makkelijk voor mijn omgeving.

Want ik ben mezelf een beetje kwijt (en dus mijn familie een dochter, zus of nicht, mijn vrienden een vriendin, de mensen op mijn werk een werkneemster en collega). Ik voel me de laatste dagen uit balans, voor het eerst in maanden. Ik weet dat het een kwestie van naar mijn hart luisteren is, van mijn gevoel volgen… Maar er zijn andere factoren die me beïnvloeden en me soms even uit koers zetten: de zogenaamde verslavingen van mijn brein, die het zo prettig vinden om vast te houden aan bepaalde patronen, patronen waar mijn brein zo gewend aan is geraakt.

Ik weet dat het tijd is om mijn masker af te doen. Om de wereld te laten zien wie ik echt ben. Daarbij wordt nog flink wat afgevochten, hier binnen, in mijn hoofd. Bange Sandy voert momenteel de boventoon. En laten we het over botte Sandy maar niet hebben. Die was flink op dreef deze week, op het werk en tegen haar familie. Uit onmacht, denk ik zo. Uit een ongekend en onbegrensd verlangen te doen wat ze graag wil doen. En uit vermoeidheid.

Wat zou het toch heerlijk zijn als ik nu tegen mezelf kon zeggen: “En wil de echte Sandy dan nu opstaan?”, net als vroeger bij "Wie van de 3". En dat ik dan straks op een presenteerblaadje de echte Sandy aan de hele wereld zou kunnen voorstellen? En dat dát het dan zou zijn. Klaar, volgens de laatste technieken in elkaar gezet, met de beste snufjes. Maar ja, dat denkt de “makkelijke-weg” Sandy. De meesten van ons weet dat het leven zo niet in elkaar zit, dat er een reden voor deze innerlijke zoektocht is en dat alles wel goed komt.