dinsdag 12 oktober 2010

Hoezo? Biologische klok?

Ik ben dol op kinderen. Altijd al geweest. Mijn oma zei vroeger altijd tegen me dat ik ooit directrice van een kindertehuis zou worden. Directrice, omdat ik de enige in de familie was die "zo goed kon leren" en naar het VWO ging. Van een kindertehuis, tja, dat spreekt dan voor zich: kinderen… ik was altijd in de weer met kleine kinderen. Als kind al. Hah,… directrice van een kindertehuis. Mijn oma had er niet verder naast kunnen zitten. Hoewel, met alle studie switches en career moves die ik in mijn volwassen leven heb gemaakt, kan het nog alle kanten op. Je weet het dus nooit, wie weet had mijn oma een vooruitziende blik.

Twee jaar geleden mocht ik tante worden van het eerste kindje van mijn broer. Een meisje, Sofie. Wat was ze mooi! Ik was op slag verliefd op haar, en was dolgelukkig toen ik haar voor het eerst in mijn armen had. Wat een wonder, dit kleine mensje. Zo klein, en met een prachtige bos donker haar. Alle vingertjes en teentjes present. Haar oogjes nog gesloten... ze was nog geen 2 uur oud. Wat speciaal was dat, om voor de allereerste keer de eerstgeborene van mijn broer vast te houden. Hoe gelukkig ik op dat moment ook was, zo blij, zo intens blij... het deed me ook pijn.

Dit was niet hoe ik me, als kind en als jonge vrouw, mijn toekomst had voorgesteld. Ik was de oudste. Ik zou compleet gesettled zijn op mijn dertigste: een lieve man, 2 mooie en gezonde kindjes, een leuk huis met een tuin en een hond. Het ideale plaatje. Of het écht mijn plaatje was, of een plaatje wat van buitenaf is ingeprent laat ik hier even in het midden, maar dat is wat ik altijd gewild had. Het enige waarvan ik ooit zeker ben geweest in mijn leven, was dat ik kinderen wilde. En nu was mijn jongere broer me voor. Ik kan niet zeggen dat ik jaloers was, of dat ik hem benijdde. Dat suggereert voor mij namelijk dat ik het hem niet zou gunnen. En dat is absoluut niet het geval. Ik wil voor mijn familie, mijn broertje het allerbeste. Ik wil hen gelukkig zien. Maar ik wilde heel graag, en nog steeds, wat hij heeft: een gezin.

Mijn 30ste verjaardag vond ik dan ook verschrikkelijk. Er was absoluut niets terecht gekomen van wat ik me op mijn 17de/ 18de had voorgesteld. Dat pad wat ik toen uitgestippeld had, leek van de kaart opgetild te zijn en op een compleet andere plek teruggelegd. Mijlen weg van mijn ambities, weg van mijn idealen, weg van mijn dromen. Gedurende mijn jaren als twintiger was ik steeds verder en verder van mijzelf afgedwaald. Ik had echt niet verder van mijn "Personal Legend" verwijderd kunnen zijn als toen, als op het moment dat ik 30 werd. Ik heb me die dag, nu bijna 3 jaar geleden, verschuild. Laat staan dat ik het gevierd heb dat ik vanaf dat moment als dertiger door het leven zou gaan. Ik voelde me een complete mislukking. Een loser. Waardeloos. Ik had nog steeds niets bereikt. Zo voelde het althans, op dat moment.

Met die 30ste verjaardag werd ik me ineens van nog iets heel anders bewust. Iets wat tijdens mijn laatste jaren als twintiger reeds latent aanwezig was, ontsproot ineens, kwam steeds meer aan de oppervlakte. Er begon iets te tikken. Dat wat in de volksmond de biologische klok werd genoemd. Tik, tak, tik,... Ik was nu 30. Al 30! Wilde ik mijn eerste kind nog voor mijn 35ste krijgen (die grens was inmiddels al opgeschoven van 30 naar 35), dan moest ik toch wel snel aan de bak. Niks zacht getik… een oorverdovend gedonder werd ik gewaar in mijn hele lichaam. Bijna wanhopig stortte ik me op de internetdating websites. Ik meldde me aan op Relatieplanet, op Lexa. En al snel volgde een aantal dates. Ik heb in die tijd met twee mannen contact gehad: mailen, sms-en, bellen en 2 afspraken. Volgens het boekje hadden ze allebei wat ik in een man zocht. Maar er was geen vonk. En dus hield ik het, bij beide mannen, bij 2 dates. Na nog wat heen en weer gemail met een drietal andere mannen, zonk de moed me in de schoenen, en trok ik me weer terug. Het werd weer stil op dating gebied. Ik was er even helemaal klaar mee. Tot begin van dit jaar. Ik maakte alle profielen weer actief en begon weer met daten. Maar weer niks. Was er wél een vonk op geestelijk gebied, dan toch zeker niet lichamelijk, en andersom.

Dus begon ik me af te vragen: “Stel ik te hoge eisen aan een man?” Mijn broer liet me regelmatig weten van wel. Op die manier zou ik nooit iemand vinden. En prinsen op witte paarden, die bestaan nu eenmaal niet. Maar eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik helemaal niet op zoek was naar een maatje, een minnaar, een beste vriend, een zielsverwant, … nee, ik was op zoek naar een geschikte zaaddonor. Iemand die mij aan een kindje zou kunnen helpen en belangrijker nog, tegelijkertijd mijn “slechte” genen kon compenseren. Daar lag de prioriteit.

Er is veel veranderd afgelopen zomer. Onder andere de manier waarop ik naar mezelf ben gaan kijken. Ik ben van mezelf gaan houden. Elke dag een beetje meer. Een paar weken geleden las ik de volgende quote “When you are looking for the love of your life, look in the mirror!” Het is niet de eerste keer dat ik een dergelijke uitspraak hoor. Je hoeft maar een uitzending van Oprah op te zetten, en de kans is groot dat iets dergelijks aan bod komt. Toch is het nu pas dat ik me realiseer dat dat écht zo is. Ik voel nu in mijn hele lijf, in elke zenuw, in mijn ziel en met heel mijn hart dat alles wel goed komt. Ik weet nu dat het mijn tijd nog niet was, dat ik eerst nog andere dingen te doen heb. En dat is begonnen met liever voor mezelf te zijn, te luisteren naar mijn hart, te doen wat ik wil en nodig acht.

Om die reden heb ik een paar weken geleden mijn profiel van al die dating sites verwijderd: Relatieplanet, Lexa, Knuz en E-matching, de hele rataplan. Weg ermee! Hoewel er een aantal voorbeelden in mijn omgeving zijn van vrouwen die hun man op deze manier hebben leren kennen én die – voor zover ik kan oordelen vanaf de zijlijn – heel gelukkig zijn, weet ik dat internet dating niet de manier voor mij is. Niet nu in ieder geval.

De druk is er eindelijk af… ik ben niet meer op zoek naar een zaaddonor. Ik “moet” niet langer een man vinden voor mijn 33ste. Mijn biologische klok tikt weer zachtjes, wel degelijk aanwezig op de achtergrond maar niet meer alles overheersend. Het zand stroomt langzaam van het bovenste reservoir van de zandloper in het onderste, maar het uurglas is nog meer dan halfvol. Er is dus nog tijd, voldoende tijd. Die man voor mij komt als ik daar klaar voor ben. En die kinderen ook. Als het juiste moment daar is. Als ik mezelf helemaal hervonden heb. Als ik terug ben bij basis.

En in de tussentijd ben ik gewoon een mooie, lieve, spontane, positieve, ambitieuze en levenslustige vrouw die eindelijk met volle teugen van het leven geniet. Maar bovenal een fantastische tante voor mijn prachtige nichtjes Sofie en Faye: de zonnestraaltjes in mijn leven!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten