zondag 21 november 2010

Geen woorden voor...

Voor degenen die mijn blogs met enige regelmaat lezen, lijkt het misschien dat ik nooit om woorden verlegen zit. Er zijn inderdaad momenten waarop ik zoveel dingen wil zeggen, dat de woordenstroom in volle vaart uit mijn pen lijkt te vloeien, dat het precies op papier komt zoals ik het wil én bedoel en ik nooit naar woorden hoef te zoeken. Deze momenten zijn helaas (nog) schaars.

Want het tegendeel is waar. Er zijn redelijk vaak momenten, dat ik gewoon niet weet hoe ik iets op papier moet krijgen, dat het net is alsof er simpelweg niet genoeg letters in onze Nederlandse alfabet zijn, om te kunnen omschrijven wat ik voel, wat ik vind, wat ik wil zeggen. Dat ik vind dat, dat wat ik wil zeggen veel lekkerder “bekt” (excusez le mot) in een andere taal, in het Engels bijvoorbeeld (of Frans dus).

Hoe dichter het bij me komt, het onderwerp waar ik iets over wil zeggen of schrijven, en hoe meer het me raakt, des te moeilijker vind ik het om er iets over te zeggen. Ik ga op slot. Dat is lastig als ik iets wil delen, waarvan ik weet dat anderen daar misschien iets aan kunnen hebben, waar ik anderen misschien mee zou kunnen helpen. Mezelf kwetsbaar en open opstellen zoals ik tegenwoordig in mijn blogs doe, is echt iets van de laatste tijd. Ik ben van nature vrij gesloten (een echte schorpioen-eigenschap). Het is dus sowieso iets waar ik nog best wel moeite voor moet doen, het komt niet vanzelf. Maar ik heb wel heel sterk het gevoel dat dat is, wat ik hoor te doen. En dus heb ik er ook voor gekozen om op die manier te bloggen, ook al is dat best wennen voor mensen in mijn omgeving die zich af zullen vragen of het nu echt nodig is om mijn hele “hebben en houwen” op internet te zetten. Ik weet echter dat daar mijn kracht ligt, en ik weet dat ik daar mensen mee kan helpen. En al kan ik maar voor één iemand steun bieden, dan is het al de moeite waard geweest.

Iets op papier zetten is dus één ding. Gelukkig heb ik dan nog even de tijd om op zoek te gaan naar een mix van letters, woorden en zinnen die onder woorden kunnen brengen wat ik wil zeggen. Waar het pas écht lastig wordt, is als ik over mijn gevoel moet (of liever gezegd: wil) praten. Als ik de persoon tegenover wie ik zit of sta, wil laten weten wat ik voel. Dat ik met hem of haar meeleef.

Het afgelopen halfjaar ben ik heel vaak in gedachten bij mensen om wie ik veel geef, die belangrijk voor me zijn. Deze lieve mensen hebben tijdens de zomer verschrikkelijk nieuws te horen gekregen en maken een onvoorstelbaar moeilijke periode in hun leven door. Ik heb al zo vaak gedacht om even op te bellen, om te vragen hoe het gaat, maar het blijft bij eraan denken. Een enorme baksteen op mijn hart houdt me tegen. Wat kan ik in hemelsnaam zeggen dat deze pijn ook maar iets kan verzachten? Dat ik me kan voorstellen hoe moeilijk ze het hebben? Hoe zou ik me dat nu kunnen voorstellen? Als het jezelf niet overkomt. De onzekerheid, de angst, het verdriet, de woede, het onbegrip, het onrecht, de leegte… Als ik dit alles al voel, terwijl het verder van me af staat, hoe zullen de mensen die het direct raakt zich dan voelen? Ik denk dat het onmogelijk is om me daar een voorstelling van te maken, en dus kom ik tot de conclusie dat er niets te zeggen valt…

…en tegelijkertijd wil ik juist zoveel zeggen! Eerder deze week was ik bij deze lieverds. Eerlijk gezegd, had ik er redelijk tegenop gezien. Ik ben namelijk niet zo’n held als het om dit soort zaken gaat. Ik moet bekennen dat ik al mee huil als Derek in Grey’s Anatomy wordt neergeschoten, Willem-Alexander en Máxima elkaar op het balkon van het Paleis op de Dam zoenen of als Wendy/ Natascha voor “Hart in Actie” op pad gaan om de medemens te helpen. Ik heb het van niemand vreemd, ik ben nou eenmaal een jankerd, een ongelooflijke softie. Ik was bang dat het bezoek beladen zou zijn, was bang ook dat ik iets verkeerds zou zeggen, was bang voor de stiltes, was bang dat ik me niet groot zou kunnen houden. Want als er iemand in tranen zou schieten, zou ik ongetwijfeld meegaan. Zien huilen, doet huilen. Maar het was lang niet zo beladen als ik had gedacht, het was haast vredig of rustig (tja,… ook daar kan ik geen woord voor vinden om het te omschrijven). Er werd gelachen, er waren gesprekken zoals je die normaal gesproken ook zou voeren. Het was niet zo zwaar als ik gedacht had. Verwacht had.

En toch,… toch was er die stilte. Mijn stilte. Mijn tekort aan woorden, mijn gebrek aan daden. De tranen kwamen uiteindelijk toch. In de auto, terug naar huis. Wat was ik kwaad op mezelf. Boos dat ik het zo moeilijk vond iets te zeggen, woorden van troost, van medeleven. Boos dat ik niet gewoon even een dikke knuffel gaf, iemand in mijn armen nam. Boos dat ik niet in staat ben om over mijn angst heen te stappen, die angst om fouten te maken, die angst om iets verkeerds te zeggen en gewoon even op te bellen. Juist op dit soort momenten als ik zoveel zou willen doen, zoveel zou willen zeggen, ben ik juist het meest gesloten. Teruggetrokken. In gedachten verzonken. Alleen met mijn verdriet. En heb ik er gewoon even geen woorden voor…

zondag 7 november 2010

Work-in-progress: zelfbeeld

Nee, natuurlijk had ik niet gedacht dat ik er nu al was. Het nieuwe pakketje uitpakken, en voilá, de nieuwe Sandy op een presenteerblaadje: nieuw innerlijk, nieuw uiterlijk! Zo gaat dat natuurlijk niet. I know! Het blijft work-in-progress zullen we maar zeggen. Dat er veel veranderd én verbeterd is, daar valt wat mij betreft echt niet over te discussiëren. Maar het leven blijft een lijn met pieken en dalen. Een rivier met versnellingen, maar ook met wervelingen en draaikolkjes.

En ik was in zo’n stroomversnelling terecht gekomen, dreigde meegezogen te worden in zo’n – mij zeer bekend – draaikolkje. Dat is ook niet verwonderlijk. Er is ook veel gebeurd het laatste half jaar. Door mijn leerproces van de afgelopen jaren ben ik beter in staat die aanstaande werveling in het water te signaleren en weet ik dat het even tijd wordt om nu op de kant te klauteren en op adem te komen. Laat de rivier maar heel even verder gaan zonder mij, ik stap er snel genoeg weer in. En dan laat ik me weer meevoeren in de flow van die prachtige, druk bruisende en borrelende waterstroom vol levensenergie. Maar voor nu verkies ik even de kant, het ondiepe, waar ik gewoon kan staan en ik niet al watertrappelend moeite hoef te doen om mijn hoofd boven water te houden. Vanaf waar ik me nu bevind heb ik goed zicht op waar ik vandaan kom, waar ik het water ingegaan ben, waar de versnelling begon, welke richting ik heb gekozen en welke afslagen ik aan me voorbij heb laten gaan. En als ik de andere kant op kijk kan ik goed zien waar die rivier naartoe gaat, wat er voor me ligt. In de verte echter, zie ik ook veel bomen op het pad van de rivier waardoor het verdere loop van het water aan mijn oog onttrokken wordt. Tja, er liggen nog veel verrassingen in het vooruitzicht.

Het is goed dat ik me even naar de kant begeven heb. Ik ben namelijk best moe. Moe van wat er allemaal met me gebeurd is: alle emoties van de afgelopen tijd, alle ideeën die er door mijn hoofd gaan, de belangrijke keuzes die ik heb gemaakt en die ik nog zal moeten maken, de vele leuke inspirerende mensen die ik ontmoet heb en die me aan het denken gezet hebben, de leuke workshops en trainingen die ik sinds de zomer gevolgd heb, de (negatieve) energieën van anderen in mijn omgeving waarvoor ik me steeds slechter weet af te sluiten, de pijn in mijn rug die me nu al maanden teistert, de innerlijke strijd tussen alle verschillende Sandy’s, het vinden van een balans tussen wat ik “moet” doen (omdat het goed is voor mijzelf) en tegelijkertijd goed willen doen voor de mensen in mijn omgeving wie het zal raken, het proces van loslaten en afscheid nemen… pfff, de waslijst is oneindig. Geen wonder dat ik er even doorheen zit.

Het zat er dus wel al aan te komen… ik heb deze week diverse reacties gehoord in de trant van “geen wonder”, “ik had het eigenlijk al eerder verwacht” en “ik denk dat het even tijd is voor rust”. Maar wat me misschien wel het meest geraakt heeft deze week en waarvan ik ook wel geschrok-ken ben, is dat er nog wel het een en ander te sleutelen valt aan mijn zelfbeeld. Bij nader inzien eigenlijk helemaal geen verrassing,… het was te verwachten, toch? Want zo’n zelfbeeld wat 32 jaar nodig heeft gehad om zich te vormen, is écht niet van de één of de andere dag 180 graden om. Maar ik zat zo lekker op mijn roze wolk dat ik het idee had dat ik daar gewoon niet af te branden was, dat niet me nog kon deren. Ik voelde me daar heerlijk, was het zelfs al een beetje aan het inrichten: lekkere kussens, warme kaarsjes, leuke foto’s aan de muur. Maar de roze wolk is opgelost, ik ben er door heen gezakt, terug op de grond en wel “flat-on-my-face”.

En waardoor is dat zelfbeeld dan ineens weer zo actueel, zo’n issue? Door foto’s die ik afgelopen week van mezelf onder ogen kreeg. Recente foto’s, foto’s die de dag ervoor door een fantastische fotografe gemaakt waren in kleding die speciaal voor me uitgezocht was door een prachtige styliste.

Ik was door Marjolein Bos van Stijlmagazine (www.stijlmagazine.nl) uitgenodigd voor de 1=3 fotoshoot voor de november editie van haar inspirerende online magazine (ken je het nog niet? Meld je aan via de link, zodat je maandelijks kunt genieten van al het moois in dit blad!).

Een paar weken geleden kondigde zij me aan als het model voor de volgende maand: “mooi vol en trots op haar rondingen”. Op dat moment was ik dat ook,… TROTS! Trots op wat ik al bereikt heb, de enorme persoonlijke groei die ik de laatste jaren doorgemaakt heb. Trots op de 17 kilo die ik sinds deze zomer kwijt ben, en nog trotser op de – in totaal – 57 kilo die ik al verloren ben. Trots dat ik – ondanks alle dipjes (nou ja, sommige wat groter dan andere) – altijd door ben gegaan, dat ik het er nooit bij heb laten zitten, dat ik bijna continu aan mezelf ben blijven werken.

Ik voel me al zoveel beter, maar mijn lichaam beschouw ik eerlijk gezegd nog steeds als mijn ergste vijand. De fotoshoot, hoe leuk ook, was écht ruim 2 uur uit-mijn-comfortzone. Toch had ik er heel bewust voor gekozen om deze shoot te doen. Niet geheel onbelangrijk, was ik uiteraard heel be-nieuwd wat voor kleding Marjolein, als styliste, voor mij uit zou kiezen. Mijn kast hangt momenteel vol met kleding die me te groot is. Maandelijks shop ik wat basics bij elkaar die ik goed kan combineren, zodat ik niet al te veel geld hoef uit te geven in de periode dat ik in zo’n tussenmaat zit. Want er breekt een nieuw tijdperk voor me aan, een tijdperk waarin ik weer in de “gewone” winkel kleding zal kunnen kopen, zij het nog steeds één van de grotere maten, maar toch! Geen Ulla Popken, Hennes & Mauritz BB en Miss Etam Plus meer voor mij.

Maar ik ging ook graag op de uitnodiging van Marjolein in, om een aantal mooie foto’s van mezelf (de laatste versie van Sandy) in VOL ornaat, aan de muur te hebben. Ik had tijdens de NLP Practitioner opleiding al voor de camera van Spiley fotografe (www.spiley.com) Petra van Vliet mogen staan en dat zij de foto’s zou maken stelde me gerust. Ik was namelijk superblij met de foto’s die zij in september van mij gemaakt had. Ik kon toen zonder enige vorm van kritiek naar de Sandy op die foto’s kijken. Ik vond ze prachtig, ik vond mezelf prachtig! En niet alleen die van mijzelf. Alle foto’s die Petra die dag had gemaakt waren buitengewoon mooi. Iedereen straalde, iedereen keek helder uit zijn of haar ogen. Mijn kritische oog was verdwenen. Ik had geen kritiek, ik had geen commentaar, ik zag geen verbeterpunten: ik zag alleen maar 12 (ja, Robbert, tel maar na!) mooie mensen! Wat een geschenk om eindelijk niet meer als vanzelf te oordelen op wat er (vanuit mijn wereldbeeld) “fout” is of niet zou kloppen, maar om me te kunnen concentreren op het mooie, het prachtige, het unieke van ieder mens.

Ik heb dat een tijd lang vastgehouden. Zag alleen maar mooie mensen om me heen. Zag alleen maar mooie Sandy’s als ik ’s ochtends in de spiegel keek. Ik moet daar wel een kleine aantekening maken: die Sandy’s hebben wel altijd kleding aan, of bekijken alleen hun gezicht in de badkamerspiegel. Die Sandy’s zijn blij met hoe ze er uit zien. Zodra de kleren uit zijn, is het echter een ander verhaal. Dan komt kritische Sandy even een kijkje nemen en fluistert ze in mijn oor: “Het hangt wel allemaal, hè?” of “Je zit lekker ruim in je vel, tante!”. Of deze dan, die doet het ook altijd goed: “Niet echt strak hè, je lijkt wel een plumpudding!”.

Kritische Sandy was ook bij de fotoshoot aanwezig vorige week. Van te voren wees ze me er al op dat de kans groot was dat die shoot helemaal niet door zou gaan. De kleding die Marjolein voor me zou hebben, zou vast en zeker te klein zijn. En zo ging ik al redelijk nerveus van huis. Met kritische Sandy op mijn schouder.

De kleren pasten, natuurlijk! Ik had mijn maten toch opgegeven? Ik had toch net 2 broeken in maat 46 gekocht, weer een maat kleiner dan de maand ervoor. Waarom zouden de kleren die Marjolein gekozen had dan niet passen? Duh! En zo was ik in staat om kritische Sandy buiten de deur te zetten, en te genieten van de aandacht, van het goede gezelschap en de warme sfeer die Marjolein en Petra creëerden. Maar die knoop in mijn maag bleef. Zouden deze foto’s wel magazine-waardig zijn? Straks zou Marjolein nog snel op zoek moeten naar een ander model, voor een nieuwe shoot voor de uitgave van deze maand.

Dezelfde avond ontving ik al per e-mail een selectie foto’s van Petra. En waar ze zo snel weer vandaan kwam, geen flauw idee,… maar daar was kritische Sandy weer, over mijn schouder meekijkend naar de diavoorstelling van de fotoshoot. Er nu met een neutrale blik naar kijken was onmogelijk. Kritische Sandy had de overhand genomen en kwam met een stortvloed aan commentaar, op- en aanmerkingen en haar welgemeende kritiek.

Twijfel sloeg weer toe. Waar was ik in hemelsnaam aan begonnen? Was dit wat ik wilde bereiken met deze shoot? Nee, natuurlijk niet! Dus waarom wilde ik aan deze shoot meewerken? Ik wilde dit doen omdat ik aan de wereld wil laten zien dat ik met recht trots ben op wat ik al bereikt hebt: van maat 62 naar maat 46! Ik wilde laten zien dat ik wellicht, net als het gros van de bevolking, niet voldoe aan het door de modewereld en de media gepromote schoonheidsideaal, maar dat dat nog niet betekent dat ik dan ook lelijk ben. Of dat jij lelijk bent! Ik wilde laten zien dat ik mooi ben, alle facetten van Sandy, niet alleen mijn gezicht, gewoon alles, van top tot teen. En het belangrijkste: dat ik heel hard werk aan het verbeteren van mijn zelfbeeld. Dat dat misschien nog niet zo makkelijk is, spreekt voor zich, maar ik wil de wereld zo graag laten weten dat zoiets wel degelijk mogelijk is! Als anderen het kunnen, dan kan ik het ook. En als ik het kan, dan betekent dat, dat jij het ook kunt. Wij zijn allemaal zo uniek, hebben allen zoveel moois te bieden. Laten we ons alsjeblieft niet leiden door wat we op tv zien of in de bladen lezen, of door wat anderen ooit over ons of tegen ons gezegd hebben, laten we dat wat een enkeling vindt ook vooral niet als waarheid aannemen, en laten we onszelf met respect en liefde bekijken. Dat gun ik iedereen! En daar wordt iedereen, mijns inziens, beter van!

Lieve Petra en Marjolein, ik vertrouw op jullie deskundigheid. Beiden hebben jullie als missie om mensen te laten stralen en zich goed te laten voelen over zichzelf. De foto’s zijn prachtig geworden (daar zijn alle andere Sandy’s het over eens), en ik weet dat de mooiste en beste foto’s in het Stijlmagazine zullen belanden. Ik kijk er – in (gezonde) spanning – naar uit! Dank jullie wel voor een bijzondere middag, vol inzichten, vol liefde!

vrijdag 5 november 2010

“En wil de echte Sandy dan nu opstaan?”

Eerlijk is eerlijk, het moet voor de mensen om me heen best lastig zijn. Want wie is Sandy nu precies? Ik moet bekennen dat ik het op het moment zelf ook niet goed weet. En als ik zelf geen idee heb, hoe moet het dan voor de buitenwereld zijn? Soms lijkt het wel of ik zo’n “multiple-personality-disorder” heb, of gewoon in het Nederlands: ik denk dat ik meerdere persoonlijkheden heb. Zo voelt het in ieder geval.

Zo is er de positieve, vrolijke Sandy; een jong meisje, een kind nog, met een groot hart. Een nieuwsgierig meisje dat veel lacht, overal voor in is, zich graag laat horen, enthousiast en hartelijk is. Ze borrelt over van energie en staat te trappelen om verder op ontdekkingsreis te gaan. Ze is onvermoeibaar. Het is de Sandy van de ongekende mogelijkheden. Alles kan, alles is mogelijk. Maar ze is nog klein, fragiel en kwetsbaar. Zij is open, geeft zich bloot en ziet geen gevaar. Ze geeft zich compleet aan iedereen die haar voor zich weet te winnen. Ze is nog niet zo standvastig en is nog makkelijk uit het veld te slaan.

De laatste jaren heeft ‘pleasende’ Sandy de overhand gehad. Zij wil graag dat iedereen het naar het zin heeft. Ze is een kei in het bewaren van de lieve vrede. Ze houdt van gezelschap, van mensen om zich heen. Houdt er niet van om alleen te zijn. Ze is allergisch voor conflictsituaties en ruzies. Zij doet vaak dingen voor het groter belang (en dat blijkt vaak het belang van anderen te zijn). Om het leuk te hebben én te houden met al die mensen, is ze bereid om heel veel te slikken. Dit houdt bijvoorbeeld in dat ze haar mond houdt, niet precies zegt wat ze vindt, en soms zelfs dingen tegen haar wil doet. Ze betaalt hiervoor een hoge prijs, want ze kropt op deze manier veel emoties op: boosheid, verdriet, ergernis en irritatie. En ze laat bovendien haar mening achterwege zodat het niet duidelijk is voor al die mensen om haar heen wat er nou precies in haar omgaat, wat zij ervan vindt.

Maar er is ook de verlegen Sandy, eveneens een jong meisje. Deze versie van Sandy is een stuk terughoudender, en kijkt altijd eerst even de kat uit de boom. Met name wanneer ze zich tussen onbekenden bevindt. Ze stapt niet zomaar op iedereen af, peilt op een afstandje wat voor vlees ze in de kuip heeft, neemt veelal een afwachtende houding aan, en houdt zich op de vlakte. Zij is vaak in de buurt van bange Sandy te vinden. De Sandy die handelt uit angst, en daardoor steevast in haar comfortzone blijft, waar het veilig en vertrouwd is. Waar gezonde nieuwsgierigheid er bij de verlegen Sandy nog voor zorgt dat ze uiteindelijk toch op iemand afstapt en een praatje gaat maken (zij het met het lood in haar schoenen en zwetende handpalmen), heeft iets dergelijks totaal geen effect meer op de bange Sandy. Zij ziet overal gevaar, bedreigingen. Doe maar normaal dan doe je al gek genoeg en steek vooral niet met je hoofd boven het maaiveld uit. Dit Sandy-exemplaar is vooral bang om gekwetst te worden, is bang dat iemand haar pijn doet. Zij is van mening dat niemand haar kan krenken, zolang ze gewoon binnen blijft, in haar schulp, achter haar muurtje.

Als tegenhangers van deze jongere persoonlijkheden zijn er de wat oudere types. Één van de meest aanwezige Sandy’s is toch zeker botte Sandy. Botte Sandy is groot en sterk, stoer en hard. Zij zorgt ervoor dat er niemand aan haar kleine alter ego’s komt. Botte Sandy manifesteert zich middels de zogenaamde “Überbitch” modus. Zij is precies het tegenovergestelde van ‘pleasende’ Sandy, de tegenhanger ervan. Erger nog, ze is waarschijnlijk eerder het product ervan. Alle opgekropte woede of het weggestopte verdriet van ‘pleasende’ Sandy komt via botte Sandy naar buiten. Botte, vaak onbeholpen Sandy weet zich geen houding te geven. Ze is ongenuanceerd en soms ongenadig hard. Zij kan de hoeveelheid aan emoties en gevoelens niet goed kanaliseren, niet doseren. Haar lontje is kort en een gigantische ontploffing is dan vaak onvermijdbaar. Haar emmertje is regelmatig te vol en stroomt dan – met de gevolgen van dien – over. En in het ergste geval wordt het echt zwart voor haar ogen.

Beschermende Sandy helpt de jongere persoonlijkheden met veel liefde. Deze oude wijze vrouw houdt zich voornamelijk bezig met het beschermen, helpen en bijstaan van alle andere Sandy’s. De jonge, positieve Sandy, die vaak zo ongeremd is, dat ze in haar enthousiasme over haar eigen grenzen gaat. Maar ook ‘pleasende’ Sandy, bij wie het juist vaak voorkomt, dat anderen over haar grenzen gaan, doordat zij niet goed in staat is haar grenzen aan te geven of erger nog, doordat zij zelf weigert haar grenzen aan de buitenwereld kenbaar te maken. Beschermende Sandy trapt dan, in beide gevallen, even op de rem. Zegt tegen haar jongere uitvoeringen dat ze het rustiger aan mogen doen, dat ze niet alles maar hoeven te doen, dat ze ook tijd voor zichzelf mogen nemen. Maar beschermende Sandy zorgt ook voor haar bange ik en haar verlegen zelf. Laat hen weten dat je bepaalde risico’s in het leven moet nemen. Dat je alleen maar kunt leren in dit leven door te doen, en dat de kans groot is dat je daarbij onderuit gaat, maar dat er ook een kans bestaat dat je geluk, hoop en liefde zult treffen op je pad. Dat het niet erg is om je af en toe terug te trekken, maar dat ze zoveel leuks missen als ze zich continu verbergen voor de grote “boze” wereld en zichzelf niet laten zien. En beschermende Sandy ontfermt zich ook over botte Sandy. Ze helpt haar te relativeren. Helpt haar dingen vanuit een andere invalshoek te zien. Helpt haar door haar hart te gebruiken in plaats van op te gaan in haar hoofd. Terug naar de basis te gaan, en te weten wat ze al weet. Rust, liefde en vrede.

Maar er zijn nog zoveel andere Sandy’s (de analytische, de kritische, de filosofische,…), misschien wel een dozijn in totaal. Waarschijnlijk zelfs wel veel meer. Ik ben van mening dat al deze alter ego’s mij maken tot wie ik ben. Ik ben de som van al die verschillende Sandy’s, van al die stukjes. Maar de verhoudingen zijn nu een beetje zoek. Alle Sandy’s laten zich gelden op dit moment, wellicht bang dat ik van één van hen voorgoed afscheid zal nemen. Ze merken dat ik met de verhoudingen aan het experimenteren ben. Dat ik wil dat verlegen Sandy zich minder vaak laat zien, dat botte Sandy een andere manier vindt om zich te uiten, dat ik heel graag verder wil met positieve Sandy. En alsof al dat geëxperimenteer nog niet lastig genoeg voor mezelf is (ik vind het knap vermoeiend in ieder geval), het is ook zeker niet makkelijk voor mijn omgeving.

Want ik ben mezelf een beetje kwijt (en dus mijn familie een dochter, zus of nicht, mijn vrienden een vriendin, de mensen op mijn werk een werkneemster en collega). Ik voel me de laatste dagen uit balans, voor het eerst in maanden. Ik weet dat het een kwestie van naar mijn hart luisteren is, van mijn gevoel volgen… Maar er zijn andere factoren die me beïnvloeden en me soms even uit koers zetten: de zogenaamde verslavingen van mijn brein, die het zo prettig vinden om vast te houden aan bepaalde patronen, patronen waar mijn brein zo gewend aan is geraakt.

Ik weet dat het tijd is om mijn masker af te doen. Om de wereld te laten zien wie ik echt ben. Daarbij wordt nog flink wat afgevochten, hier binnen, in mijn hoofd. Bange Sandy voert momenteel de boventoon. En laten we het over botte Sandy maar niet hebben. Die was flink op dreef deze week, op het werk en tegen haar familie. Uit onmacht, denk ik zo. Uit een ongekend en onbegrensd verlangen te doen wat ze graag wil doen. En uit vermoeidheid.

Wat zou het toch heerlijk zijn als ik nu tegen mezelf kon zeggen: “En wil de echte Sandy dan nu opstaan?”, net als vroeger bij "Wie van de 3". En dat ik dan straks op een presenteerblaadje de echte Sandy aan de hele wereld zou kunnen voorstellen? En dat dát het dan zou zijn. Klaar, volgens de laatste technieken in elkaar gezet, met de beste snufjes. Maar ja, dat denkt de “makkelijke-weg” Sandy. De meesten van ons weet dat het leven zo niet in elkaar zit, dat er een reden voor deze innerlijke zoektocht is en dat alles wel goed komt.

donderdag 21 oktober 2010

“ÜBERBITCH-AF”

Ook deze week werd ik, tijdens een workshop Enneagram, weer eens geconfronteerd met hoe vaak en hoe lang ik mezelf weggecijferd heb. Goed, het is een stuk minder geworden de laatste tijd, maar ik moet er nog wel steeds moeite voor doen om mezelf niet over te slaan, om mijn mening ook te delen, om aan mezelf te denken, om wat goed voor mij is boven het belang van anderen te stellen, …

Het eerste weekend van juni heeft hierin veel verandering gebracht. Het was het 2de blok van de NLP-opleiding die ik volgde. Die vrijdag deelden we allen wat we van het vorige blok geleerd hadden, en hoe we daarmee in de praktijk aan de gang gegaan waren. Onzeker vertelde ik hoe ik was gaan mindmappen.

Na het 1ste blok was ik namelijk 2 weken naar Cuba gegaan met een singlesreis. Op Schiphol zagen we elkaar allemaal voor het eerst. Toen ik arriveerde ging ik het rondje af en stelde ik me aan een ieder in de kring voor, werkend met de HEMA-methode die ik tijdens het vorige NLP-blok geleerd had. Bij elke volgende persoon die aankwam, kon ik de namen in mijn hoofd herhalen terwijl diegene de cirkel rondging om zich voor te stellen. Zo’n 18 uur later settelde ik me, doodmoe, op mijn ietwat simpele hotelkamer in Hotel Ambos Mundos, Havana. Hoe moe ik ook was, ik pakte eerst mijn notitieblok om de 26 namen (reisleider, chauffeur en 24 deelnemers) op te schrijven die ik die dag geleerd had. Ook al was ik al ruim 24 uur op en was ik echt bekaf, ik kwam aardig ver: in vrij korte tijd had ik 25 namen op papier staan met in sommige gevallen ook al aanvullende informatie als leeftijd, woonplaats en beroep. Maar wat ik ook deed, ik kwam niet op die 26ste naam. Licht geïrriteerd ben ik uiteindelijk gaan slapen, we zouden morgen een druk programma hebben. Tijdens de stadswandeling de volgende dag nam ik iedereen goed in me op, en dacht ik telkens bij mezelf “nee, jou heb ik al, jij staat er al tussen”. Het duurde 3 dagen, we waren inmiddels aangekomen in Soroa, eer ik me realiseerde dat ik óók deel uitmaak van die groep, van die 24 deelnemers. Ikzelf was de 26ste persoon! Ik zag iedereen om me heen, maar vergat mijzelf. En het had 3 dagen geduurd voordat ik daar achter gekomen was. Au! Pijnlijk moment.

De dag nadat ik deze ervaring gedeeld had met de groep, begeleidde mijn mastermind Jolanda, me door mijn – zoals wij het gedoopt hebben – missiepad. Een krachtige NLP strategie om je missie bloot te leggen en te ontdekken waar jouw passie ligt, wat jouw doelstelling is op dit moment, of in jouw leven. We waren er op uit getrokken met 6 A4tjes waarop de volgende steekwoorden geschreven stonden: omgeving, gedrag, vaardigheden, waarden & overtuigingen, identiteit en missie. We legden de A4tjes in het gras en we gingen op zoek naar mijn missie. Met enige aarzeling stapte ik op het eerste blaadje “omgeving”, me realiserend dat dit missiepad wel eens heel wat teweeg zou kunnen brengen. Jolanda praatte me er rustig doorheen, af en toe gadegeslagen door trainers Robbert en Christa. Stap voor stap bepaalde ik, met behulp van Jolanda, in welke omgeving ik het liefst ben, met welke mensen, van welk gedrag ik de meeste energie krijg, waar ik goed in ben, enz. enz. Bij “waarden & overtuigingen” gingen we echter in sneltreinvaart de diepte in. Zonder al te lang aarzelen deelde ik Jolanda mee dat mijn belangrijkste waarden waren dat ik anderen behandelde zoals ik zelf behandeld wilde worden en dat ik mijn naaste lief heb zoals mijzelf. We vervolgden naar de stap identiteit, waar toch veel onduidelijkheid bleek te zitten, want wie is in hemelsnaam Sandy? Ik had het niet duidelijk op een rijtje… probeer ik hier niet al jaren achter te komen? Wie ben ik?

Identiteit raakte vervlochten met missie… iets wat de meeste NLP opleidingen niet tijdens de Practitioner maar tijdens de Master behandelen. Bij identiteit was onder andere ter sprake gekomen dat ik een tijd lang op mijn werk “Überbitch” genoemd werd. Hoewel mijn collega’s nu overigens zeggen dat het maar een grapje was, een dolletje en niet serieus, voelde het voor mij niet zo. De titel of het stempel “Überbitch” was namelijk iets waar ik me totaal niet mee kon identificeren, maar wat ik nu wel kan begrijpen. Ik heb het al eens eerder geschreven: ik ben lange tijd niet heel leuk geweest voor mijn omgeving, laat staan voor mezelf. Dus na lang stoeien met de lange zinnen die ik, al staande op het A4tje “missie” had uitgekraamd en na verder verfijnen werd mijn missie “SANDY=LIEF”. In de breedste zin van het woord uiteraard. Maar waar ik als eerste aan zou werken was lief te zijn voor mijzelf. Dat was wat écht belangrijk voor mij was.

Dat geconstateerd hebbende, liep ik mijn missiepad weer terug om te controleren of de identiteit die ik mezelf toebedacht had, deze missie wel ondersteunde en hoe mijn “waarden en overtuigingen” welke ik zonder twijfel op de heenweg meegedeeld had in dit plaatje pasten. Niet dus! Ik kan het niet anders omschrijven dan dat er op dat moment echt iets uit de hemel op mijn schouders viel, alsof ik een halve meter de grond ingeboord werd… Vallende kwartjes zijn er niks bij! Dit geval woog voor mijn gevoel minstens 1000 kg. Het was een krachtig moment. Een hard, maar leerzaam inzicht. Hoezo waren twee van mijn waarden “heb een ander lief als jezelf” en “behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden”? Hoe kwam ik daar in hemelsnaam bij? Het verklaarde een hoop in ieder geval. Natuurlijk ben ik niet leuk voor mijn omgeving… ik was immers helemaal niet leuk voor mijzelf. Ik behandelde mezelf respectloos, was vaak heel boos op mijzelf, zorgde niet goed voor mijn lichaam en vond dat mijn bestaan waardeloos en nutteloos was. Het moment was zo intens, zo heftig. Het zware blok viel van mijn schouders, en daarmee ook een grote last. Ik liet los. En dat uitte zich in een fikse huilbui.

Het huilen maakte uiteindelijk plaats voor vastberadenheid, voor moed, voor kracht. Hier zou het stoppen, dit kon écht niet langer. Dit wilde ik niet langer. Dit was één van de redenen waarom ik NLP was gaan doen, dus nu zou ik er ook uit halen wat er in zat. Genoeg hulpbronnen had ik nu tot mijn beschikking. Langzaam maar zeker zou ik, vanaf dat moment, “SANDY=LIEF” gaan integreren in mijn leven.

We zijn nu nog geen 5 maanden verder. Zoals ik in de eerste alinea schreef, moet ik er echt nog wel moeite voor doen om mezelf vaker op de eerste plaats te zetten. Het is nog niet zo makkelijk, maar ik werk er hard aan. Ik leef meer vanuit mijn hart, vanuit mijn gevoel, kwetsbaar en met een open mind. Ik meen hierdoor toegankelijker voor de mensen om me heen te zijn geworden. Mensen benaderen mij op een andere manier, omdat ik hen op een andere manier behandel. De waarden en overtuigingen waar ik zoveel waarde aan hecht, breng ik nu echt in praktijk.

Het is allemaal een kwestie van balans, van evenwicht. En met mijn hart open, en het muurtje neer lijk ik beter in staat dat te bewerkstelligen. Het was een groot en vooral zwaar kwartje, die prachtige zaterdag in juni, maar wat prijs ik me gelukkig dat ‘ie viel op het moment dat ‘ie viel.

dinsdag 12 oktober 2010

DNA en energie...

Dit blog heb ik in juli geschreven en toen op het forum van www.roodbaard.nu geplaatst. Zojuist bekroop me de behoefte om dit verhaal met nog meer mensen te delen. Met een paar kleine aanpassingen hier en daar.
==================================================================

Tijdens één van de blokken van de NLP… en meer opleiding die ik deze zomer gevolgd heb, ging het over energie en DNA. Robbert (red.: Robbert-Paul de Vries, aka @_RoodBaard) zei dat hij die avond met ons allemaal mee naar huis zou gaan, via zijn DNA dat wij nu allemaal bij ons droegen. En door de energie waarmee we allen verbonden zijn.

Dit is ook een verhaaltje over energie en DNA, waar ik sinds dat blok een aantal keren aan teruggedacht heb. Het speelt zich af in juli 2000, nu 10 jaar geleden.

Mijn vriendinnetje Susanne en ik gingen die zomer 2 weken op vakantie. Het was slecht weer die zomer, en het liep storm op last minutes naar de zon. Drie dagen achter elkaar zijn we naar Schiphol gereden in de hoop een leuke, niet al te dure reis te scoren. We waren immers “arme” studenten. Uiteindelijk kwamen we terecht bij een Duitse touroperator, L’Tur, en zouden we de daaropvolgende maandagochtend om 4 uur ’s nachts vanaf Münster-Osnabrück richting Turkije vertrekken. Met mijn moeder had ik afgesproken dat ik bij aankomst zou bellen om te laten weten dat ik veilig aangekomen was, en ik zou me die maandag daarop weer melden. Tja, moeders… wat kan ik zeggen?

We hadden een prima hotelletje in Marmaris, niet al te ver van het strand en het uitgaanscentrum. We genoten volop van zon, zee, strand, en natuurlijk het Turkse nachtleven. Het duurde niet lang of ik had een leuk Turks vakantievriendje opgeduikeld, die vrijwel dag en nacht in mijn buurt te vinden was.

Zo ook die zaterdag, 22 juli. Suus en ik hadden ons, zoals altijd, redelijk bijtijds op het strand geïnstalleerd en inmiddels was het gewoonte dat hij zich dan rond een uur of 15/16 bij ons voegde. Ik kon hem die middag alleen niet om me heen verdragen, we maakten ruzie, hij pakte zijn boeltje en verliet pissig het strand.

Ik had een onbestemd gevoel die dag, voelde me raar, verdrietig zelfs. Ik zat niet lekker in mijn vel. Ik had een dipje of misschien zelfs een soort van heimwee… ik kan het niet anders omschrijven. Belachelijk gewoon en ik had op dat moment geen enkel idee waar het vandaan kwam. Want daar lag ik, op een heerlijk bedje, op een prachtig strand, met een fantastisch uitzicht, warme zon op mijn huid, op onze wenken bediend, en ik wilde maar één ding: naar huis!

We gingen vroeger dan anders van het strand af, fristen ons op in onze kamer en liepen naar het centrum om daar te eten. Voor het eten besloot ik toch even mijn moeder te bellen, gewoon even haar stem horen, misschien dat het dan beter zou gaan. Maar ze nam niet op. Vreemd dacht ik. Ze was alleen thuis, mijn broertje was ook met vrienden op vakantie en mijn vader zat met een groep in het buitenland. Maar goed, het was nog redelijk vroeg, misschien was ze naar vrienden of kennissen. Dus we liepen weer verder en zochten een restaurantje op. Zoals elke avond, gingen we daarna naar de openluchtdisco in Bar Street, maar nog steeds voelde ik me niet happy en ik was niet echt gezellig gezelschap. We dronken 1 drankje en besloten maar om naar huis te gaan. De volgende dag zouden we immers een excursie hebben naar het Griekse eiland Rhodos en zouden we er toch vroeg uit moeten. Op weg naar het hotel, maakte ik toch nog een keer een stop bij een telefooncel op de boulevard om nogmaals te proberen mijn moeder te bereiken. Het was nu rond 23 uur Nederlandse tijd. Nu zou ze toch wel opnemen? Maar nee, weer niet. Het huilen stond me nader dan het lachen.

De volgende dag stonden we om 08:00 uur aan de grote weg te wachten op de bus voor de excursie. Deze kwam maar niet. Later bleek dat we niet goed stonden. Het Duits van Susanne was niet heel erg goed (sorry, Suus :D) en we stonden op de verkeerde plek. We boekten de excursie om naar de daaropvolgende week en pakten onze spullen en trokken weer naar het strand. We kwamen er rond een uur of drie, half vier vanaf. Op de boulevard kochten we wat ansichtkaarten voor een paar thuisblijvers, o.a. voor onze opa’s en oma’s en terwijl we naar het hotel liepen hadden we het over onze grootouders.

Mijn oma was 4 maanden daarvoor overleden, na een kort maar hevig ziekbed, en ik sprak uit dat ik dacht dat gedurende het daaropvolgende jaar, het jaar dat ik in het buitenland zou doorbrengen, waarschijnlijk wel één van mijn andere grootouders zou overlijden. We hebben een hele tijd over hen gepraat, terwijl we intussen op de kamer, onze kaartjes schreven. Om 16 uur zette Suus haar mobiele telefoon aan, zoals zij met haar ouders had afgesproken. Suus zag dat ze een gemiste oproep had, maar kon de voicemail niet afluisteren. Het nummer was onderdrukt. Het duurde echter niet lang voordat de telefoon ging. Maar het was niet voor Susanne. Het was voor mij.

Het was mijn moeder. Ik kan het gesprek niet heel goed meer voor me halen. Volgens mij zei ze dat ik maar even moest gaan zitten (maar dat zat ik al), en al snel daarna vertelde ze dat mijn opa was overleden. Verder zei ze nog iets in de trant van dat ik de telefoon maar aan Suus moest geven, en dat ik het nu wel moeilijk zou hebben en dat ze blij was dat Suus bij me was.

Perplex zat ik voor me uit te staren, terwijl Susanne met mijn moeder sprak. Niet omdat ik geschrokken was, niet omdat ik het niet aan had zien komen (ik wist niet eens dat hij ziek was, en nu ik er over nadenk weet ik eigenlijk nog steeds niet waaraan hij is overleden) en ook niet omdat ik verdrietig was. Maar juist omdat ik precies het tegenovergestelde van dat alles voelde. Ik was opgelucht, ik hoefde niet te huilen, ik voelde een innerlijke rust die ik niet vaak meer op die manier ervaren heb. Ik ben ervan overtuigd (net als mijn vriendin overigens) dat mijn opa en oma bij ons in de kamer waren op het moment dat mijn moeder belde. Ik weet zeker dat ze me voorbereid hebben op dit moment, op dit nieuws.

Ik had een hele goede band met mijn opa en oma. Als kind kwam ik elke vakantie bij ze, van mijn 4de tot mijn 13de. Zomers 6 weken lang op de camping in Loosdrecht, de overige vakanties bij hen thuis in Maarssen. Het verlies van mijn oma is het moeilijkste in mijn leven geweest. Het verlies van mijn opa daarentegen was anders. Mijn opa en oma waren weer samen na 4,5 maand gescheiden te zijn geweest. Het was goed nu. Zo hoorde het te zijn. Die avond heb ik van zo’n bloemenmannetje wat disco’s en restaurants afloopt, 2 rode rozen gekocht en heb deze in de zee gegooid. Zo heb ik afscheid genomen van mijn opa en oma, daar in Turkije. Ik mis ze nog altijd, niet iedere dag meer, maar toch regelmatig. Gelukkig bezoeken ze me nog, en ik weet dat ze altijd bij me zullen zijn.

Oh ja, mijn opa is op zaterdag 22 juli 2000, iets na 23 uur ’s avonds overleden. Vrijwel precies op het moment dat ik voor de 2de keer een poging deed mijn moeder te bereiken, die meer dan 3000 km ver, bij mijn opa was op het moment dat hij overleed.
DNA en energie…

Hoezo? Biologische klok?

Ik ben dol op kinderen. Altijd al geweest. Mijn oma zei vroeger altijd tegen me dat ik ooit directrice van een kindertehuis zou worden. Directrice, omdat ik de enige in de familie was die "zo goed kon leren" en naar het VWO ging. Van een kindertehuis, tja, dat spreekt dan voor zich: kinderen… ik was altijd in de weer met kleine kinderen. Als kind al. Hah,… directrice van een kindertehuis. Mijn oma had er niet verder naast kunnen zitten. Hoewel, met alle studie switches en career moves die ik in mijn volwassen leven heb gemaakt, kan het nog alle kanten op. Je weet het dus nooit, wie weet had mijn oma een vooruitziende blik.

Twee jaar geleden mocht ik tante worden van het eerste kindje van mijn broer. Een meisje, Sofie. Wat was ze mooi! Ik was op slag verliefd op haar, en was dolgelukkig toen ik haar voor het eerst in mijn armen had. Wat een wonder, dit kleine mensje. Zo klein, en met een prachtige bos donker haar. Alle vingertjes en teentjes present. Haar oogjes nog gesloten... ze was nog geen 2 uur oud. Wat speciaal was dat, om voor de allereerste keer de eerstgeborene van mijn broer vast te houden. Hoe gelukkig ik op dat moment ook was, zo blij, zo intens blij... het deed me ook pijn.

Dit was niet hoe ik me, als kind en als jonge vrouw, mijn toekomst had voorgesteld. Ik was de oudste. Ik zou compleet gesettled zijn op mijn dertigste: een lieve man, 2 mooie en gezonde kindjes, een leuk huis met een tuin en een hond. Het ideale plaatje. Of het écht mijn plaatje was, of een plaatje wat van buitenaf is ingeprent laat ik hier even in het midden, maar dat is wat ik altijd gewild had. Het enige waarvan ik ooit zeker ben geweest in mijn leven, was dat ik kinderen wilde. En nu was mijn jongere broer me voor. Ik kan niet zeggen dat ik jaloers was, of dat ik hem benijdde. Dat suggereert voor mij namelijk dat ik het hem niet zou gunnen. En dat is absoluut niet het geval. Ik wil voor mijn familie, mijn broertje het allerbeste. Ik wil hen gelukkig zien. Maar ik wilde heel graag, en nog steeds, wat hij heeft: een gezin.

Mijn 30ste verjaardag vond ik dan ook verschrikkelijk. Er was absoluut niets terecht gekomen van wat ik me op mijn 17de/ 18de had voorgesteld. Dat pad wat ik toen uitgestippeld had, leek van de kaart opgetild te zijn en op een compleet andere plek teruggelegd. Mijlen weg van mijn ambities, weg van mijn idealen, weg van mijn dromen. Gedurende mijn jaren als twintiger was ik steeds verder en verder van mijzelf afgedwaald. Ik had echt niet verder van mijn "Personal Legend" verwijderd kunnen zijn als toen, als op het moment dat ik 30 werd. Ik heb me die dag, nu bijna 3 jaar geleden, verschuild. Laat staan dat ik het gevierd heb dat ik vanaf dat moment als dertiger door het leven zou gaan. Ik voelde me een complete mislukking. Een loser. Waardeloos. Ik had nog steeds niets bereikt. Zo voelde het althans, op dat moment.

Met die 30ste verjaardag werd ik me ineens van nog iets heel anders bewust. Iets wat tijdens mijn laatste jaren als twintiger reeds latent aanwezig was, ontsproot ineens, kwam steeds meer aan de oppervlakte. Er begon iets te tikken. Dat wat in de volksmond de biologische klok werd genoemd. Tik, tak, tik,... Ik was nu 30. Al 30! Wilde ik mijn eerste kind nog voor mijn 35ste krijgen (die grens was inmiddels al opgeschoven van 30 naar 35), dan moest ik toch wel snel aan de bak. Niks zacht getik… een oorverdovend gedonder werd ik gewaar in mijn hele lichaam. Bijna wanhopig stortte ik me op de internetdating websites. Ik meldde me aan op Relatieplanet, op Lexa. En al snel volgde een aantal dates. Ik heb in die tijd met twee mannen contact gehad: mailen, sms-en, bellen en 2 afspraken. Volgens het boekje hadden ze allebei wat ik in een man zocht. Maar er was geen vonk. En dus hield ik het, bij beide mannen, bij 2 dates. Na nog wat heen en weer gemail met een drietal andere mannen, zonk de moed me in de schoenen, en trok ik me weer terug. Het werd weer stil op dating gebied. Ik was er even helemaal klaar mee. Tot begin van dit jaar. Ik maakte alle profielen weer actief en begon weer met daten. Maar weer niks. Was er wél een vonk op geestelijk gebied, dan toch zeker niet lichamelijk, en andersom.

Dus begon ik me af te vragen: “Stel ik te hoge eisen aan een man?” Mijn broer liet me regelmatig weten van wel. Op die manier zou ik nooit iemand vinden. En prinsen op witte paarden, die bestaan nu eenmaal niet. Maar eerlijkheidshalve moet ik bekennen dat ik helemaal niet op zoek was naar een maatje, een minnaar, een beste vriend, een zielsverwant, … nee, ik was op zoek naar een geschikte zaaddonor. Iemand die mij aan een kindje zou kunnen helpen en belangrijker nog, tegelijkertijd mijn “slechte” genen kon compenseren. Daar lag de prioriteit.

Er is veel veranderd afgelopen zomer. Onder andere de manier waarop ik naar mezelf ben gaan kijken. Ik ben van mezelf gaan houden. Elke dag een beetje meer. Een paar weken geleden las ik de volgende quote “When you are looking for the love of your life, look in the mirror!” Het is niet de eerste keer dat ik een dergelijke uitspraak hoor. Je hoeft maar een uitzending van Oprah op te zetten, en de kans is groot dat iets dergelijks aan bod komt. Toch is het nu pas dat ik me realiseer dat dat écht zo is. Ik voel nu in mijn hele lijf, in elke zenuw, in mijn ziel en met heel mijn hart dat alles wel goed komt. Ik weet nu dat het mijn tijd nog niet was, dat ik eerst nog andere dingen te doen heb. En dat is begonnen met liever voor mezelf te zijn, te luisteren naar mijn hart, te doen wat ik wil en nodig acht.

Om die reden heb ik een paar weken geleden mijn profiel van al die dating sites verwijderd: Relatieplanet, Lexa, Knuz en E-matching, de hele rataplan. Weg ermee! Hoewel er een aantal voorbeelden in mijn omgeving zijn van vrouwen die hun man op deze manier hebben leren kennen én die – voor zover ik kan oordelen vanaf de zijlijn – heel gelukkig zijn, weet ik dat internet dating niet de manier voor mij is. Niet nu in ieder geval.

De druk is er eindelijk af… ik ben niet meer op zoek naar een zaaddonor. Ik “moet” niet langer een man vinden voor mijn 33ste. Mijn biologische klok tikt weer zachtjes, wel degelijk aanwezig op de achtergrond maar niet meer alles overheersend. Het zand stroomt langzaam van het bovenste reservoir van de zandloper in het onderste, maar het uurglas is nog meer dan halfvol. Er is dus nog tijd, voldoende tijd. Die man voor mij komt als ik daar klaar voor ben. En die kinderen ook. Als het juiste moment daar is. Als ik mezelf helemaal hervonden heb. Als ik terug ben bij basis.

En in de tussentijd ben ik gewoon een mooie, lieve, spontane, positieve, ambitieuze en levenslustige vrouw die eindelijk met volle teugen van het leven geniet. Maar bovenal een fantastische tante voor mijn prachtige nichtjes Sofie en Faye: de zonnestraaltjes in mijn leven!

maandag 4 oktober 2010

Life is a rollercoaster...

“En dan begint het pas echt…”, zei Robbert keer op keer tijdens de NLP blokken verdeeld over afgelopen zomer. Hij doelde op maandag 27 september, vandaag 1 week geleden. Nooit had ik de impact van de opleiding NLP… en meer kunnen inschatten toen ik er in april mee begon. Uiteraard hoopte ik dat het me iets op zou leveren, toen ik mij - na het bijwonen van de workshop in maart - inschreef voor de opleiding. Maar het is nú al zo veel meer dan ik had verwacht… ik kan het soms gewoonweg niet bevatten.

Vanaf het vierde blok, eind augustus, raakte alles in een stroomversnelling. Tijdens de zomerstop had ik aardig wat gelezen over NLP en ik merkte dat het langzaam maar zeker mijn nieuwe natuur begon te worden, om het leven vanuit een andere invalshoek te bekijken. Herkaderen werd steeds makkelijker, ik was er eindelijk weer in geslaagd om gewicht te verliezen door het duidelijk formuleren van mijn doelstellingen, en ik werd me steeds bewuster van wat voor mooi mens ik eigenlijk ben. Blok 4, het “uit-je-comfortzone” blok, was een behoorlijk heftig weekend met heel veel nieuwe inzichten. Er werd me keer op keer een spiegel voorgehouden, maar ik voelde me voornamelijk veel sterker, zekerder en krachtiger.

Twee weken na het 4de blok NLP… en meer had ik een “Smart & Sexy” feel good gesprek met de mooie Lisa Portengen. Zij kreeg uit me, wat ik nog niet eerder tegen anderen had gezegd, namelijk dat wat ik op zakelijk, professioneel vlak wenste te bereiken. Dat ik erover dacht om van carrière te veranderen, dat wisten sommige mensen in mijn omgeving wel. Maar dat het, in de ogen van anderen, een ietwat drastische career move zou zijn, was wellicht wel onverwachts voor velen. Voor mijzelf was het niets nieuws… het was 6 jaar geleden ook al door mijn hoofd gegaan toen ik met een burnout bij mijn eerste coach ooit, Suzanne Unck, terecht kwam. Ik ging naar huis met mappen informatie over het mogelijk coach worden, maar het verdween in de kast en na een periode van 4 maanden was ik weer volledig gereïntegreerd in het bedrijf waar ik werkte, in een nieuwe – voor mij gecreëerde – functie. Tijdens mijn loopbaan daarna ben ik nog regelmatig gecoacht, onder andere door de fantastische Betty Schouten, en telkens sluimerde het idee om ooit zelf te coachen achter in mijn hoofd. Weliswaar verhuld in een dikke pak nevel. Lisa kreeg het weer naar boven.

En nu dan? Waar moet in hemelsnaam beginnen? Moet ik weer naar school, weer studeren? Wil ik een algemene coach worden, of me specialiseren in gewichtsproblemen? Kan ik dat financieel redden? Hoe ga ik dat financieel bolwerken? Zeg ik meteen mijn baan op, of zijn er andere mogelijkheden? Zal ik gaan freelancen of als ZZP-er aan de slag gaan? Letterlijk honderden vragen zijn de laatste 3 weken (want ja, over zo’n korte periode hebben we het) door mijn hoofd geschoten… Maar de belangrijkste vragen zijn de volgende: kan ik dit wel? En wie ben ik om mensen met gewichtsproblemen te gaan coachen op dit moment in mijn leven, als ik zelf nog niet eens ben waar ik zijn wil?

Heel veel killer questions, waarmee ik mezelf een tijd lang tegengehouden heb om te doen wat ik wil en daarmee heb ik mezelf tekort gedaan. Er is nog een beetje twijfel en een zekere mate van onzekerheid, maar ik heb afgelopen week wel een aantal stappen genomen om toch die career move te realiseren in de nabije toekomst. Ik heb onder andere afgelopen donderdag een gesprek met mijn managers gehad waarin ik over mijn plannen verteld heb en heb hen laten weten dat mijn bootje een andere kant uitvaart. Na het gesprek begrijpen zij nu ook dat er een tijd komt waarin ik volledig in mijn eigen bootje zal stappen in plaats van te blijven balanceren met één been in het ene bootje (hun bootje) en het andere been in het andere (mijn eigen bootje!). Ik kies namelijk voor het mijne!

Na een heftig NLP weekend met veel positieve emoties en nieuwe inzichten was ik zondagavond op een roze wolk neergestreken, waarvan ik voorlopig niet van plan was af te komen. Maandag is als een waas langs me voorbij gaan en dinsdag werd een nog mooiere dag. Dat laatste was kennelijk op mijn gezicht af te lezen. Toen ik ’s avonds naar salsa les ging, sprak een meisje van een jaar of 10 me aan op straat. Eerst hoorde ik niet wat ze zei (ik was immers niet op aarde!), maar toen ik me naar haar omdraaide riep ze “Zo hé, u bent vrolijk vandaag!”. En inderdaad, ik was niet te stuiten dinsdagavond. Woensdag kwam het keerpunt en werd ik door meerdere mensen van mijn wolk afgetrapt. Correctie: ik liet me eraf trappen. Twijfel sloeg weer toe, als ook onzekerheid. En onderhuids broeide er nog iets anders: ik zag vreselijk op tegen het gesprek dat ik met mijn bazen wilde hebben. Ik voelde hoe mijn spieren zich meer en meer aanspanden, in mijn gezicht, mijn nek, mijn schouders, mijn rug. Na 2 nachten slecht geslapen te hebben, nam ik donderdag de beslissing om het gesprek aan te gaan. Het gesprek viel me 100% mee, maar we hebben nog een lange weg te gaan en nog veel te bespreken voordat ik weg kan, voordat ik weg wil gaan. Niet alleen omdat ik zelf nog heel veel te doen heb, te plannen en te concretiseren, maar ook omdat ik niet van de één op de andere dag ontslag wil en kan nemen.

Alsof dat nog niet genoeg was, was deze week ook nog eens heftig op een ander vlak. Sommige vriendschappen kwamen ineens in een heel ander daglicht te staan. Deels door de verandering die ik doorgemaakt heb, deels door verandering bij de ander. Eén vriendin gaf me vorige week in een hele lieve e-mail aan dat ze me – door het lezen van mijn blogs – beter was gaan begrijpen. Ze begreep nooit waarom ik zo hard voor mezelf was, zo negatief. Ze gaf aan dat het niet makkelijk was om het me te vragen, hoe dat zo kwam. En dat begrijp ik heel goed. Ik schreef al eens eerder in een blog dat ik mezelf niet zo leuk vond de laatste jaren en ik kan me goed kon voorstellen dat het moeilijk was voor anderen om daar doorheen te prikken en met me te praten. Ik stond er inderdaad ook niet voor open. Telkens als iemand wél een poging deed, of het nu een vriendin, mijn ouders, een psycholoog, coach of artsen waren, ik schoot telkens weer in de verdediging. Ik voelde me aangevallen en niet begrepen en heel alleen op de wereld. Ik trok me steeds meer terug, zowel zakelijk als privé. Het liefst was ik alleen… zonder kritiek van anderen. Ik cijferde mezelf weg en leerde mezelf aan om vooral niet te veel te laten zien van mezelf. Ik werd een onopvallend, nietszeggend muisje. Die periode was niet makkelijk, niet voor mij en ook zeker niet voor de mensen om me heen die van me houden.

Zo blij als ik was met de mooie e-mail van Susanne, zo rauw en onverwachts viel er iets anders op mijn dak, een regelrechte domper. Een andere vriendin gaf afgelopen zaterdag juist aan, dat ze onze vriendschap op een laag pitje wilde zetten. Zij vindt dat de vriendschap momenteel niet soepel verloopt (en dat klopt) en heeft er nu geen goed gevoel bij. Ze vertelde me dat ze niet de vriendin voor mij kon zijn, die ik wilde, die ik nodig had… dat zij mij niet kon geven wat ik – volgens haar – wilde. Ik wil en kan hier nu niet te veel over uitweiden, of überhaupt maar aan denken, maar het klopt dat we andere ideeën hebben over vriendschap. En dat we andere wensen en behoeften hebben. En hoe jammer ik het ook vind, het is misschien inderdaad beter zo. Maar toch blijft het voor mij een hele drastische beslissing om zo’n lange vriendschap in de koelkast te parkeren. En ik heb er veel moeite mee.

Maar een derde vriendschap, tot slot, is de laatste tijd alleen maar intenser en mooier geworden. Erzsi heeft mijn ontwikkelingsproces van heel dichtbij meegemaakt. In maart gingen we samen naar de workshop NLP… en meer en zij is tijdens mijn opleiding continu mijn klankbord, mijn luisterend oor, steun en toeverlaat geweest in deze hectische, mooie, intense maar ook niet altijd makkelijke periode. Zij was er altijd voor me, ik kon haar altijd bellen. Ik moet hier wel bij vermelden, dat ik dat alleen nog niet deed. Hulp vragen vind ik namelijk niet zo makkelijk. Tot gisteren… toen heb ik eindelijk huilend de telefoon gepakt en haar om hulp gevraagd, gezegd dat ik haar nodig had, en mijn verhaal even aan haar kunnen doen. Na bijna een uur met haar over de telefoon gepraat te hebben, kreeg ik vervolgens nog eens een smsje met nog meer lieve woorden die me enorm steunden. Erz, ik weet zeker dat je dit leest: dank je wel! Je bent een lieverd!

En zo is het dus inderdaad begonnen… het begin van een nieuwe Sandy, van een nieuw leven, van heel veel nieuwe andere dingen. Robbert mailde van de week “het leven is geen flatliner, het zit vol ups en downs”. En hij heeft gelijk… Zelf vergelijk ik momenteel mijn leven met een rollercoaster, een achtbaan. Omdat het soms zó hard gaat, en er soms zo onverwachts en snoeihard iets op mijn weg komt, dat ik er deze week ook wel eens misselijk van geworden ben. Ik weet echter dat het goed komt… ik ben er namelijk in geslaagd om op de 2 dieptepunten deze week niet naar de chocolade, chips, koekjes of patat met mayo te grijpen! In tegendeel zelfs! De drang om het niet te doen en de focus op de mooie en goede dingen die me wel gelukt waren, waren zo sterk dat ik mezelf – met recht mag ik wel zeggen – zojuist een schouderklopje heb gegeven! Ik ben de eerste week prima doorgekomen,... al zeg ik het zelf!